Een goede zonnecrème biedt bescherming tegen zowel UVA- als UVB-straling. De beschermingsfactor van een zonnecrème wordt aangegeven als de SPF (Sun Protection Factor), en geldt enkel voor UVB-straling.
De SPF-factor geeft aan hoeveel langer iemand die beschermd is mét zonnebrandcrème, in de zon kan blijven als iemand zonder bescherming, vooraleer er zonnebrand optreedt. Iemand die zonder zonnecrème na 5 minuten zou verbranden, zou met een zonnecrème met SPF 30 dus pas na 150 minuten (of 2,5 uur) verbranden.
In de praktijk hangt de tijd die men in de zon kan blijven zonder te verbranden niet alleen af van de SPF van de zonnebrandcrème, maar ook van andere factoren zoals het huidtype, de hoeveelheid zonnebrandcrème die men gebruikt, de activiteiten die men doet, enzovoort. Daarom wordt aangeraden om jezelf elke 2 uur opnieuw in te smeren, ongeacht de SPF-factor.
Bovendien neemt de bescherming tegen UVB-straling niet lineair toe met de SPF-factor. Dat is eenvoudig te zien in onderstaande tabel die het percentage van de UVB-straling weergeeft die gefilterd wordt door zonnecrèmes met verschillende SPF-factoren. Hieruit blijkt duidelijk dat een zonnecrème met SPF 50 slechts 1% meer bescherming biedt dan een zonnecrème met SPF 30.
De UVA-factor van een zonnecrème moet minstens een derde zijn van de UVB-bescherming, dus minstens 10 voor een SPF 30. Dat beschermt niet alleen tegen zonnebrand, maar is dan ook ideaal naar anti-aging toe.